Lokale heffingen

Overige belastingen en heffingen

Verordening lijkbezorgingsrechten

In de verordening lijkbezorgingsrechten worden de tarieven bepaald waarmee de lasten in de exploitatie van de begraafplaatsen gedekt moeten worden. Met de aanleg van de nieuwe begraafplaats zijn deze lasten aanzienlijk hoger dan in het verleden. Mede als gevolg daarvan en als gevolg van de vernieuwde extra comptabele toerekening van overhead, is de begraafplaats op dit moment in principe niet meer kostendekkend.

Lasten taakveld

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Rechten

Baten totaal

% Kosten dekkendheid

Begraafplaatsen

605.225

184.538

0

789.763

-40.600

-410.596

-451.196

Mutatie reserves

0

-74.386

-74.386

Totaal

605.225

184.538

0

789.763

-114.986

-410.596

-525.582

67%

Havengelden (zeehavengeld, binnenhavengeld, bruggeld, ligplaatsgelden en liggeld pleziervaartuigen)

Bij het vaststellen van de hoogte van het zeehaven- en binnenhavengeld sluiten we, conform de overige gemeenten van de regio, aan bij het Havenbedrijf Rotterdam. De tarieven voor 2018 zijn op dit moment nog onbekend.

Lasten taakvelden

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Leges

Baten totaal

% Kosten dekkend heid

Bruggen, tunnels en viaducten (75%)

290.955

74.149

365.104

-9.363

-13.249

-22.612

Havens

300.326

9.848

310.174

-76.417

-76.417

Pleziervaart (o.a. passantentsteiger)

31.170

31.170

-30.000

-30.000

Totaal

622.451

83.996

0

706.447

-9.363

-119.666

-129.029

18%

Bij de havens is alleen rekening gehouden met de exploitatielasten van de havens. Met de kapitaallasten van de kademuren is in dit overzicht geen rekening gehouden.

Rechtenverordening

De tarieven in de Rechtenverordening worden conform de VNG‐richtlijn “Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom” berekend. De tarieven voor 2018 zijn nog onbekend, de geraamde opbrengsten zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren.

Lasten taakvelden

Overhead

BCF BTW

Lasten totaal

Overige inkomsten

Leges

Baten totaal

% Kosten dekkendheid

Rechtenverordening

24.373

8.342

0

32.715

0

-10.261

-10.261

31%

Hondenbelasting

De hondenbelasting is een gemeentelijke belasting waar geen individuele tegenprestatie tegenover staat. De opbrengsten worden gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Hoewel er geen rechtstreeks verband is met de kosten van het hondenbeleid, maakt de gemeente wel degelijk bijzondere kosten gericht op het hondenbezit, zoals bijvoorbeeld kosten voor het onderhoud en schoonmaak van de speel-/uitrenvelden, de inzet van de poepzuiger, de medewerkers van Team Handhaving en Toezicht  die zorgen voor handhaving op straat, de inzet van de hondencontroleur en de kosten van de medewerkers heffing- en invordering die de aanslagoplegging en invordering van hondenbelasting verzorgen.

Precariobelasting

De precariobelasting voor nutsnetwerken (leidingen en kabels) wordt op termijn afgeschaft. De negentig gemeenten die deze belasting heffen, waaronder Maassluis , mogen uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen. De gemeente mag maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold. Aan Evides wordt t/m 2021 jaarlijks een bedrag van ruim 2 ton in rekening gebracht. Precariobelasting voor onder meer terrassen blijft vanaf 2022 bestaan.

Bedrijven investeringszone (BIZ) heffing

Een Bedrijven Investeringszone (kortweg BI-zone) maakt het voor ondernemers mogelijk om gezamenlijk te investeren in hun bedrijfsomgeving. Een BI-zone is een door de gemeente aangewezen gebied waarbinnen een bestemmingsheffing wordt geheven ter financiering van door de ondernemers in dat gebied gewenste voorzieningen.

De looptijd van een Bedrijven investeringszone is maximaal vijf jaar. Aangezien de eerste BIZ in 2012 in Maassluis is ingevoerd, was 2016 het laatste jaar waarin deze heffing kon worden toegepast. Met ingang van 2017 is de BIZ echter verlengd met een periode van vijf jaar tot en met 2021.

Het te hanteren tarief, dat door de ondernemers zelf wordt bepaald, is afhankelijk van de WOZ-waarde zoals die gold voor het jaar 2016 (waardepeildatum 1 januari 2015). Het tarief is vastgesteld op 0,12% van de WOZ-waarde. Het genoemde tarief mag gedurende de looptijd van vijf jaar, uit wettelijk oogpunt, niet gewijzigd worden.