Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is in de Wet fido opgenomen om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken. De kasgeldlimiet bepaalt dat gemeenten hun financieringsbehoefte voor slechts een beperkt bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) mogen financieren. De norm is in de wet gesteld op 8,5% van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Voor Maassluis bedraagt de limiet in 2018 € 7,5 mln.

Er wordt getracht de kasgeldlimiet optimaal te benutten vanuit de gedachte dat rente van kortlopend geld (bijvoorbeeld daggeld en kasgeld) vrijwel altijd lager is dan van langlopende leningen.

Voor 2018 - 2021 prognosticeren wij de volgende ruimte onder de kasgeldlimiet:

Kasgeldlimiet

2018

2019

2020

2021

(bedragen x € 1.000)

Omvang begroting per 1 januari

87.653

86.790

85.969

86.058

1 Toegestane kasgeldlimiet

In procenten van de grondslag

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

In bedragen

7.451

7.377

7.307

7.315

2 Omvang vlottende schuld

Opgenomen gelden < 1 jaar

Schuld in rekening-courant (contract BNG)

7.400

7.300

7.200

7.200

Gestorte gelden door derden < 1jaar

Overige geldleningen (geen vaste schuld)

Totaal

7.400

7.300

7.200

7.200

3 Vlottende middelen

Contante gelden in kas

15

15

15

15

Tegoeden in rekening-courant

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

Totaal

15

15

15

15

Toets kasgeldlimiet

Toegestane kasgeldlimiet (1)

7.451

7.377

7.307

7.315

4 Totaal netto vlottende schuld (2-3)

7.385

7.285

7.185

7.185

Ruimte (+)/Overschrijding (-); (1-4)

66

92

122

130