Openbare verlichting

Het hoofddoel van Openbare Verlichting is om bij duisternis het openbare leven zo goed mogelijk te laten functioneren en zodoende bij te dragen aan een veilige woon- en leefomgeving. In alle andere gevallen zal niet of nauwelijks worden verlicht.

De afgelopen jaren hebben er verschillende ontwikkelingen plaatsgevonden. Deze ontwikkelingen op technisch en maatschappelijk vlak hebben een belangrijke invloed op de wijze hoe in Nederland wordt omgegaan met Openbare Verlichting. Zo is recentelijk de nieuwe NPR 13201 uitgekomen als  vervanger van de Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (ROVL-2011). Het uitgangspunt ‘Niet verlichten tenzij…’, speelt hierin een nadrukkelijke rol. Verder is het SER-Energieakkoord 2013 gesloten, waarin alle overheden doelstellingen met betrekking tot energiebesparing en energiezuinige verlichting hebben afgesproken. Verder heeft LED-verlichting officieel zijn intrede gedaan in de openbare verlichting en zijn er telemanagementsystemen op de markt gekomen die het mogelijk maken om de verlichting op ieder gewenst tijdstip en plaats functioneel te monitoren en te dimmen.

Beleidskader

In de Duurzaamheidsvisie 2012-2015 is opgenomen dat, wanneer het gaat om de openbare verlichting, er sprake moet zijn van een goede afweging tussen veiligheid en duurzaamheid. Er wordt overgegaan tot duurzame verlichting wanneer een armatuur aan vervanging toe is. Verder kiest de gemeente bij nieuwbouwwijken voor de meest energiezuinige oplossing op het gebied van openbare verlichting.

Het Beheerplan Openbare Verlichting wordt in de loop van 2017 vastgesteld. Het beheerplan beschrijft de taak van de gemeente Maassluis om efficiënt en met een vooruitziende blik invulling te geven aan het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. De speerpunten voor strategische beheervisie zijn veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Het is hierbij de bedoeling dat wordt gekeken naar licht dat past bij de lokale kenmerken van de openbare ruimte.

In het kader van goed beheer wordt jaarlijks een deel van de bestaande lichtmasten gerenoveerd en/of vervangen. Dit gebeurt met inachtneming van het normatieve verlichtingsniveau, sociale veiligheid, duurzaamheid en energieverbruik. Op deze manier wordt jaarlijks een gedeelte van het totale areaal openbare verlichting aangepakt.

Areaal openbare verlichting

Hoeveelheid

Masten

6.193

Armaturen

6.593

Lampen

6.690

Het verlichtingsareaal bestaat hoofdzakelijk uit lichtmasten met één armatuur. Er zijn echter ook masten met twee armaturen. Daarnaast zijn er armaturen met meerdere lampen. Hierdoor ligt het aantal lampen hoger dan het aantal armaturen en het aantal armaturen hoger dan het aantal masten. Deze aantallen zijn aan veranderingen onderhevig, aangezien er areaaluitbreidingen kunnen zijn en er andere keuzes gemaakt kunnen worden bij vervangingsprojecten.

Financiële consequenties

(bedragen x € 1.000)

Begroting

Begroting

Investeringen

Openbare verlichting en VRI's

2017

2018

2018

Onderhoud Openbare verlichting en VRI's

595

637

153

Totaal

595

637

153

In programma Beheer en Duurzaamheid zijn de jaarlijkse budgetten opgenomen voor dit taakveld. De uitgaven aan openbare verlichting zoals energiekosten en uitbesteed onderhoud zijn structureel geraamd binnen de exploitatie. Daarnaast is in het investeringsprogramma jaarlijks een standaardbedrag opgenomen voor vervanging van bestaande lichtmasten en armaturen. De financiële consequenties hiervan zijn verwerkt in de begroting via de rente- en afschrijvingslasten.